Gegordelde parasolzwam

Er bestaan in Nederland tientallen verschillende soorten parasolzwammen en dus moeten naamgevers creatief zijn wanneer een opnieuw een soort benoemd moet worden. De gegordelde parasolzwam (Lepiota brunneoincarnata) is precies wat zijn naam zegt: hij verschilt van zijn soortgenoten doordat het velum geen ring vormt, maar donkerbruine gordeltjes op het onderste deel. Het velum is het beschermende membraam om de paddenstoel.

De gegordelde parasolzwam heeft een bruine tot wijnkleurige hoed met een doorsnede van 2 tot 6 centimeter, waarbij vooral het centrale deel bedekt is met schubjes. In Nederland kun je hem in bossen en parken op een voedselrijke bodem aantreffen.
[Foto: Strobilomyces]
Over de betekenis van het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Lepiota, bestaat wat verwarring. Sommige, meer romantisch ingestelde taalkundigen, geloven dat het woord afkomstig kan zijn van het Latijnse woord clypeus dat ‘schild’ betekent. Taalhistorisch is dat onlogisch omdat we deze familie paddenstoelen tegenwoordig dan klepiota zouden noemen. Nee, veel waarschijnlijker is dat het afgeleid is van het Griekse lepion dat ‘dunne korst’ of ‘schilfer’ betekent. Dat woord is uiteindelijk afgeleid van lepein (‘schillen’ of ‘pellen). Het verklaart het schilferige uiterlijk van deze familieleden. Het tweede deel, brunneoincarnata, dien je eigenlijk als twee woorden te lezen: brunneo betekent bruin (van het Latijnse brunneus) en incarnata betekent ‘vlees maken’. Samen is het dus een paddenstoel die verkleurt naar een bruine kleur.

Het grote probleem is dat, hoewel eetbare parasolzwammen goed van elkaar te onderscheiden zijn, ze toch verward kunnen worden met andere niet-eetbare soorten. Bovendien hebben sommigen een zoetige geur, waardoor misschien de indruk wordt gewekt dat ze eetbaar zijn. De gegordelde parasolzwam is echter een wolf in schaapskleren.

Vele parasolzwammen zijn giftig, een paar zijn dodelijk giftig en sommige, zoals de grote parasol, de knolparasol en de tepelparasol zijn zeer smakelijk. De gegordelde parasolzwam behoort tot de dodelijk giftige soorten en deelt deze toppositie met soortgenoten als de kastanjeparasolzwam (Lepiota castanea) en de vaalroze parasolzwam (Lepiota subincarnata).

Het specifieke gif van de bovengenoemde parasolzwammen is amatoxine. Dit gif heeft het vooral op je lever en nieren voorzien. De stof kan door je huid kan worden opgenomen en kan zelfs door inademing zijn schadelijke werk gaan verrichten. Blootstelling aan deze amatoxines kan resulteren in hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, kortademigheid hoesten, slapeloosheid, diarree, maag- en darmproblemen, rugpijn, veel plassen en de al genoemde lever- en nieruitval. Een ander groot probleem is dat het gif sluipenderweg zijn werk doet en je de effecten soms na een week pas gaan voelen. In de medische literatuur zijn de nodige dodelijke gevallen bekend. Zelfs door het inademen van het gif.

Geen opmerkingen: